Visserij en het milieu


Vissers moeten leven van de zee en dus zorgen ze er goed voor. Toch vinden milieuorganisaties, zoals Greenpeace bijvoorbeeld, dat de visserij niet goed is. Niet goed voor de vissen en niet goed voor het milieu. Op sommige punten hebben ze wel gelijk, het ligt er natuurlijk aan op welke manier er gevist wordt. Als je een vis te lang laat lijden, is dat zielig. Dat zou je met een hond of een kat ook zielig vinden. Wanneer je een vis op het droge legt, is hij namelijk nog niet meteen dood. Dat is pas na een minuut of tien. Gewonde vissen moeten niet teruggegooid worden in de zee omdat ze dan alsnog dood gaan.
 
Maar een visser is er ook bij gebaat als hij de zee en zijn natuur goed behandeld. Anders is er binnen niet al te lange tijd geen werk meer voor hem. Een veel gehoorde klacht over de visserij is dat de zeeën overbevist raken. Overbevissing krijg je wanneer er teveel op dezelfde soorten wordt gevist. Dan zijn er te weinig van die vissen over. Voordat de overgebleven vissen kleintjes krijgen, worden ze weer opgevist. Zo sterft een soort uit en dat zou zonde zijn. De quota’s zijn opgesteld voor de visserijsector. Dit helpt om de overbevissing tegen te gaan, net als de ontwikkeling van de aquacultuur. Daar heb je eerder al meer over kunnen lezen. Ook de regels waaraan de vissersschepen moeten voldoen, zorgen voor een meer duurzame manier van vissen.

Back | Top